Gebruik van beeldmateriaal in de zorg, hoe zit dat nou?

Verpleegkundige met patient en ontbijt_web

Op locaties van zorgaanbieders vinden activiteiten plaats voor cliënten en patiënten. Daarnaast worden cliënten en patiënten gefaciliteerd om hun eigen activiteiten te organiseren. Hoe houd je herinneringen daaraan vast en met wie deel je die?

Dat is één van de vele vragen over privacy bij beeldmateriaal. Dat zijn overigens niet de enige vragen. Het gaat ook om beeldmateriaal dat tijdens het zorgproces zelf ontstaat,  bij observaties, bewaking en diagnoses.

Het lijkt alsof de AVG pasklare antwoorden heeft op deze vragen. In de zorg speelt er echter vaak meer mee. Denk onder andere aan nationale wet- en regelgeving, eventuele ‘afspraken’ binnen het werkveld van professionals en landelijke protocollen. Uiteindelijk gaat het vaak om lokaal maatwerk.

Een voorbeeld, op een locatie van een zorginstellingen kan het zijn dat de gebouwen en de grond in handen zijn van een zorginstelling terwijl de wegen op de locatie in handen zijn van de gemeente. Of dat je als zorginstelling medegebruiker bent van een gebouw met andere bedrijven en zorgverleners, die niet alleen jouw cliënten en patiënten delen, maar ook eigen cliënten en patiënten ontvangen.

Voor jouw organisatie geldt de uitzondering die de AVG maakt voor beeldmateriaal voor persoonlijk- of huishoudelijk gebruik niet. Die geldt namelijk alleen als er geen enkel verband is met een beroeps- of handelsactiviteit. Maar je cliënten en patiënten hebben wel het recht om zelf beeldmateriaal te maken als dat complex en omgeving ook tegelijk hun woon- en leefwereld is. Wat zijn dan de spelregels, met andere woorden, waar dien je je dan precies aan te houden? 

En dan hebben we het nog niet eens over uitstapjes met cliënten en patiënten. Foto’s en filmpjes waarop mensen herkenbaar in beeld komen zijn persoonsgegevens. Voor het verwerken van persoonsgegevens heb jij als organisatie altijd een grondslag nodig. De cliënten, patiënten en hun verwanten zitten in een andere positie, terwijl vrijwilligers die jij als organisatie inzet weer een andere positie hebben. En om het nog moeilijker te maken; wat als deze vrijwilliger een privérelatie heeft met één van de cliënten of patiënten.

Jouw organisatie verwerkt gewone - en dus géén bijzondere – persoonsgegevens (volgens de Autoriteit Persoonsgegevens) met foto’s of filmpjes als alle drie de volgende punten gelden:

  • De foto’s of filmpjes zijn niet gericht op bijzondere persoonsgegevens of het maken van onderscheid op basis van deze gegevens
  • Het is voor jou redelijkerwijs ook niet te voorzien dat iemand onderscheid zal maken op basis van jouw foto’s of filmpjes
  • Het is onvermijdelijk dat je bijzondere persoonsgegevens verwerkt als je de foto’s of filmpjes maakt.

Let op! Als jouw cliënten en patiënten duidelijke kenmerken hebben en daarmee toegerekend kunnen worden tot een bepaalde doelgroep, dan maakt dat al dat je misschien toch te maken krijgt met het feit dat het beeldmateriaal al geen gewone persoonsgegevens zijn.

Er is dus duidelijk sprake van een grijs gebied. Betrek dan ook altijd vooraf een privacy professional wanneer iets dergelijks met beeldmateriaal wordt ondernomen. En ook achteraf bij het beoordelen van het materiaal dat is ontstaan. Deze consultatie is zeker aan de orde als de behoefte aanwezig is om het beeldmateriaal te delen via social media.
Van gewone persoonsgegevens zal doorgaans sprake zijn bij, bijvoorbeeld, een smoelenboek op intranet van de werkgever, een klassenfoto of het promoten van een (algemeen) evenement. Beeldmateriaal genomen tijdens het zorgproces zelf, wordt door de AP altijd gezien als bijzondere persoonsgegevens.

Deel dit artikel