De mythe van het image

Veel ICT-ers en inkopers die ik spreek zijn het er unaniem over eens dat je zoveel als redelijkerwijs mogelijk is je hardware hetzelfde moet houden. De achterliggende reden? Het image.

Het image, voor hen die wat minder inhoudelijk betrokken zijn, is een bestand dat je op bijvoorbeeld een laptop kan plaatsen waarmee in één keer zowel Windows als alle andere programma’s en drivers geïnstalleerd zijn. De laptop is daarmee met een minimale inspanning klaar voor gebruik. Dit zogenaamde ‘imagen’ scheelt al snel per device een uur aan werk. 

Er zit uiteraard ook een keerzijde aan een image. Het kost namelijk tijd om er één te maken. Als je vaker je image moet maken levert dat dus minder tijdwinst op. Een goede reden om dit dan ook zo min mogelijk te doen.

In het begin van het imagen werd alles opgenomen in het image. Ook de drivers voor bijvoorbeeld de geluidskaart, videokaart en netwerkkaart. Wanneer je dan een nieuw type laptop kocht had je te maken met een andere videokaart en moest je je image aanpassen. Te veel wisselen in je hardware was dus tijdrovend en inefficiënt. 
Gelukkig zijn er sinds enkele jaren oplossingen op de markt waarmee je een zogenaamd ‘hardware-independent-image’ kan gebruiken.

Deze methode biedt een aantal voordelen:

1. Het image hoeft nog slechts aangepast te worden wanneer er in de software die op de laptop geplaatst moet worden iets verandert
2. Je hebt weer keuze uit alle modellen van alle fabrikanten. Je hebt vendor lock-in uitgebannen waardoor je concurrentie kan gaan stellen tussen fabrikanten of tenminste een goedkoper type device van dezelfde fabrikant kan selecteren
3. Veranderende eisen aan de werkplek zijn veel eenvoudiger door te voeren

Als ik uit bovenstaande één conclusie mag trekken is het deze: Het is een keuze om in technology lock-in en vendor lock-in te blijven zitten. Kies je ervoor die te verlaten dan heb je de vrijheid om die hardware in te kopen van de fabrikant die je de meest gunstige condities biedt.