Recycling van incomateriaal; hoeveel geduld moeten we nog hebben?

De hoeveelheid incontinentieafval is voor de zorgsector in meerdere opzichten een groeiend probleem. In de intramurale ouderenzorg maakt het incontinentiemateriaal gemiddeld 10% uit van het totale afvalvolume. In Nederland wordt er in totaal circa 400.000 ton luiers en incontinentieafval geproduceerd.

Door de vergrijzing is de verwachting dat dit volume in de komende jaren nog verder zal groeien. Afvalverwerkers en overheden onderkennen dit probleem en zijn al vele jaren bezig met het bedenken van oplossingen en het ontwikkelen recyclingprocessen.

De samenstelling van luiers maakt het complex om een methode te ontwikkelen die het plastic, de cellulose en de superabsorbers scheidt en geschikt maakt als grondstof voor nieuwe producten. De uitdaging is om grote en zuivere reststromen te realiseren, die vrij zijn van ziektekiemen en medicijnresten en bovendien voldoende geld opleveren om kosten van het inzamel- en verwerkingsproces te compenseren. 

Om een sluitende businesscase te maken, moet recyclen kunnen concurreren met verbranden. Want om deze stroom gescheiden in te zamelen en apart te laten verwerken, is voor de meeste zorgorganisaties kostenneutraliteit een voorwaarde. Momenteel wordt bij veel instellingen het incomateriaal weliswaar gescheiden ingezameld, maar komt het of in de vuilniswagen of verderop in het proces toch weer bij het restafval en gaat het vervolgens de verbrandingsoven in. Want, helaas, een goed werkend recyclingproces waarmee een groot volume verwerkt kan worden, bestaat simpelweg nog niet.

Wat gebeurt er?

Gelukkig werken diverse partijen hard aan oplossingen. Zo wordt bij de ARN in Weurt een eerste installatie gebouwd, waarmee onder hoge druk en hoge temperatuur de gebruikte materialen gescheiden kunnen worden. Als alle drie de geplande installaties over een aantal jaren daadwerkelijk operationeel zijn, blijft de capaciteit steken op maximaal 4% van het binnenlandse aanbod. Deze capaciteit is net voldoende voor het volume dat in de regio rondom de ARN vrijkomt.

Ook de AEB in Amsterdam experimenteert samen met Procter & Gamble met een vergelijkbaar procedé op basis van hoge druk en hoge temperaturen. Hier komt een logistieke uitdaging om de hoek, want deze installatie staat in Italië. Wellicht wordt dit jaar begonnen met de bouw van een eigen installatie. Maar wanneer deze operationeel is, is de geplande capaciteit van 10.000 ton nog niet voldoende voor de helft van het regionale aanbod aan babyluiers. 

Verder ontwikkelt Renewi samen met de universiteit in Wageningen en luierfabrikant Essity een verwerkingsproces dat veelbelovend klinkt. Maar ook dat zal de komende jaren geen nog substantiële capaciteit opleveren.

Kortom, veel goede initiatieven, maar er wordt ook veel geduld gevraagd van de zorgsector. Er moet nog heel veel ervaring opgedaan worden en, op basis van onzekere uitkomsten, nog enorm veel geïnvesteerd worden. Uiteindelijk moet de RIVM dan vaststellen of het aandeel risicostoffen in de teruggewonnen materialen voldoende gereduceerd en geneutraliseerd is om het materiaal weer veilig in te zetten als grondstof voor nieuwe producten.

Wat kunnen we verwachten?

Onze leden stellen ons regelmatig de vraag die boven dit artikel staat: “Hoeveel geduld moeten we nog hebben?” Want de afvalsector belooft al vele jaren dat er een oplossing aankomt. Vanuit Intrakoop volgen we de ontwikkelingen uiteraard op de voet. Ook wij zien graag dat er een oplossing komt voor dit vraagstuk. Intrakoop ondersteunt, als ondertekenaar van de Green Deal voor de zorg, alle duurzame initiatieven die bijdragen aan de reductie van CO2 en het terugdringen van de afvalstroom van zorginstellingen. 

Daarom adviseren wij onze leden afval zoveel mogelijk te vermijden en wat overblijft zo goed mogelijk te scheiden. Helaas moeten we voor het scheiden van incontinentiemateriaal vaststellen dat dit vooralsnog zinloos is. Voordat er binnen Nederland voldoende, logistiek gespreide, milieutechnisch verantwoorde en economisch rendabele verwerkingscapaciteit is gerealiseerd, zijn we minstens vijf tot wellicht tien jaar verder. 

Uiteraard roepen wij alle partijen op alles in het werk te stellen om deze termijn zoveel mogelijk te bekorten. Want tot er echte oplossingen zijn, is gescheiden inzamelen raadzaam uit oogpunt van infectiepreventie. Vanuit milieuoogpunt heeft het nog weinig zin, waardoor de animo bij zorgaanbieders daalt om zich hiervoor in te zetten. 

Kortom, voorlopig adviseren wij bij nieuwe overeenkomsten gescheiden inzamelen uit te stellen. Verder kan wellicht door vacumeren, sensortechniek en het gebruik van wasbare alternatieven het verbruik en afvalvolume enigszins gereduceerd worden.

Deel dit artikel