3x is scheepsrecht
Ab Klink Van 2007 tot 2010 minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Sinds 2011 als hoogleraar verbonden aan de Vrije Universiteit. In 2014 toegetreden tot de Raad van Bestuur van zorgverzekeraar VGZ.
Sturen op prijs werkt niet
Met de nieuwe rol van de zorgverzekeraars in 2006 was het verklaarbaar dat zij naar de prijzen van de zorg gingen kijken. Daarin bestond immers tussen zorgaanbieders onderling een grote variatie. Zorgverzekeraars probeerden op een goede manier die prijzen naar het gemiddelde toe te brengen en de excessen eruit te halen. Hierbij hadden ze echter te weinig oog voor de keerzijde van dit proces. De zorgaanbieders bij wie de prijzen werden verlaagd, reageerden hierop door hun volume te verhogen om zo toch hun omzet op peil te kunnen houden. Ze schaalden niet af, met als gevolg dat de kosten toch weer omhoog gingen.
Sturen op volume werkt ook niet
Met het oog op hun rol in het stelsel werden de zorgverzekeraars ook aangesproken op hun verantwoordelijkheid om bij zorginkoop naar de kwaliteit van het zorgaanbod te kijken. Maar gegevens over de uitkomsten van zorg waren op dat moment nog niet of nauwelijks beschikbaar. Het gevolg was dat in de kwaliteitsdiscussie alle aandacht naar het volumecomponent ging. Ook dat had weer een volume-opdrijvend effect. Je moest immers als ziekenhuis wel aan de volumenorm voldoen om een bepaalde vorm van zorg te mogen blijven bieden. Het leidde bovendien tot schaalvergroting en monopolievorming. Onbedoeld schoten de zorgverzekeraars zichzelf dus soms in de voet in hun pogingen om het zorgvolume te beheersen. Ze hadden te kampen met informatie-asymmetrie, want het is vooral de arts die kan bepalen wat verantwoorde zorg is. En ze hadden te maken met het gegeven dat een arts die overbehandeling aanpakt zijn eigen inkomenspositie verzwakt.
Samen optrekken lukt wel
Het was dus zaak de verbinding te zoeken. Vanuit die behoefte ontstond de gedachte de zorgaanbieders te vragen of we van ze mogen leren wat gepaste zorg is. Met als tegenprestatie dat we de aanbieders die ons hiermee helpen hiervan geen financieel nadeel ondervinden. Een aanpak die voor beide partijen zeer intensief is want het betekent dat moet worden gesleuteld aan allerlei schakels die staan ingesteld op ‘meer doen’. Toch lukt dit wel. Nu zien we hiervan mooie voorbeelden, zowel in de ziekenhuizen als in de ggz: instellingen die graag met ons samenwerken nu wij met hen meedenken over hoe wij hun gerechtvaardigde belangen kunnen bedienen. Kortom, het werkt als je allebei bereid bent om je te verplaatsen in het probleem van de ander. Maar er is ook een andere voorwaarde om dit proces te laten slagen, namelijk competitie. Als een zorgaanbieder niet wil meewerken, moet er een stok achter de deur zijn in de vorm van een andere zorgaanbieder in hetzelfde verzorgingsgebied die dit wel wil.