Energie, vastgoed en wetgeving voor duurzaamheid

Het verminderen van de CO2-uitstoot is een van de belangrijkste doelen in het Klimaatakkoord. Energiebesparing levert daaraan een belangrijke bijdrage. De rijksoverheid heeft wetten en regels opgesteld om bedrijven en instellingen aan te zetten tot minder energieverbruik. Ze ziet steeds strenger toe op de naleving daarvan. Maar het biedt je organisatie natuurlijk ook kansen om duurzaam op je energiekosten te besparen.

De huidige wettelijke verplichtingen op het gebied van duurzaamheid concentreren zich rond de Wet Milieubeheer, het activiteitenbesluit en de Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). Onderstaand volgt een uitwerking van de verschillende wetgevingen.

Informatieplicht / EML

Sinds 1 juli 2019 moeten locaties (inrichtingen) voldoen aan de informatieplicht energiebesparing.

De informatieplicht is verplicht voor de zorglocaties (huur of eigendom) met:

  • > 50.000 kWh elektriciteit verbruik per jaar
  • of > 25.000 m³ aardgas

Voldoet één of meer van de panden aan deze voorwaarden, dan ben je verplicht om energiebesparende maatregelen te nemen (ook wel energiebesparingsplicht genoemd) met een terugverdientijd van vijf jaar of korter en hierover elke vier jaar te rapporteren (informatieplicht). De Erkende Maatregelenlijst Energiebesparing (EML) bestaat uit drie onderdelen: Gebouwen, Faciliteiten en Processen. Dit is vastgelegd in het Activiteitenbesluit Milieubeheer. De deadline voor de verplichte rapportage was 31 december 2023.

Wie is in huurpanden nu verantwoordelijk voor de uitvoering en bekostiging van deze Erkende Maatregelen? Sinds 2023 is de verhuurder verantwoordelijk voor de gebouw gebonden energiemaatregelen en de huurder voor de activiteitgebonden maatregelen.

 

 

 

EED

Sinds juli 2015 zijn grote zorgorganisaties verplicht elke vier jaar een energieaudit uit te voeren volgens de 'Energy Efficiency Directive' (EED). Dit is een Europese richtlijn voor energieverbruik van bedrijven. De EED-auditplicht geeft een gedetailleerd overzicht van alle energiestromen binnen de onderneming. Ook geeft de audit inzicht in de mogelijke besparingsmaatregelen en de te verwachten effecten daarvan. Het gaat hier onder andere om het energiegebruik van gebouwen, installaties, industriële processen en het zakelijk vervoer.

Een energieaudit is verplicht voor zorgorganisaties die voldoen aan minimaal één voorwaarde:

  • 250 fte of meer inclusief deelnemingen van of in partnerondernemingen en verbonden ondernemingen.
  • een jaaromzet van meer dan € 50 miljoen én een jaarlijkse balanstotaal van meer dan € 43 miljoen, inclusief deelnemingen van of in partnerondernemingen en verbonden ondernemingen.

De volgende deadline voor de verplichte vierjaarlijkse EED-audit is 31 december 2024.

CO2-routekaart

Een CO2-routekaart laat zien op welke manier een organisatie wil werken aan de klimaatdoelen. De routekaart geeft per gebouw inzicht in de geplande energiemaatregelen, de verwachte besparing (energie en kosten) en de benodigde investeringen. In een routekaart worden alle gebouwen van een zorgorganisatie meegenomen, zowel eigendom als huur. De bestuurder stelt de routekaart vast, omdat hij/zij de verbindende schakel is tussen strategie, financiën en uitvoering.

De CO2-routekaart is opgesteld door het Expertisecentrum Verduurzaming Zorg (EVZ).

Het opstellen van de CO2-routekaart is nog niet wettelijk verplicht, maar alle zorgverzekeraars hebben sinds 1 januari 2024 de routekaart wel uitgevraagd in de inkoopvoorwaarden. Zorgkantoren verwachten per ook per 1 januari 2024 een bestuurlijk vastgestelde routekaart van zorgorganisaties met meer dan 250 medewerkers.

De CO2-routekaart bestaat uit:

  1. een ingevulde CO2-reductietool of vergelijkbare tool waarin de maatregelen voor CO2-reductie voor de gehele vastgoedportefeuille zijn doorgerekend.
  2. een bestuursoplegger; een document waarin de bestuurlijke ondersteuning voor de plannen wordt vastgelegd inclusief financiële commitment.

Vrijstellingen

De CO2-routekaart geeft vrijstelling om te voldoen aan de informatieplicht (en daarmee de EML). Overweeg je om een CO2-routekaart op te laten stellen en heb je een EML-plicht maar deze nog niet uitgevoerd? Dan zou het een tactische keuze kunnen zijn om de CO2-routekaart te gebruiken om aan deze gegevens te komen. Let op: je dient de CO2-routekaart en de EML wel apart in de leveren. De CO2-routekaart kan in combinatie met het bijbehorende EED-format gebruikt worden als EED-rapport.

Op de website van EVZ is ook te lezen dat de CO2-routekaart tot vrijstelling van de EED kan leiden. In de praktijk blijkt dat het opstellen van de benodigde oplegger (om vrijstelling te krijgen) om méér informatie vraagt dan nodig voor het opstellen van enkel de CO2-routekaart. Om daadwerkelijke vrijstelling te krijgen is er dus alsnog een EED audit nodig en is het noodzakelijk dat er locatiebezoeken inpland worden.

Meer informatie over de CO2-routekaart is te vinden op https://www.expertisecentrumverduurzamingzorg.nl/cure/co2-routekaart/.

EPBD III

Europese Energy Performance of Buildings Directive, afgekort EPBD III, is Europese wetgeving met hierin systeemeisen om de energieprestatie van technische bouwsystemen te verbeteren. De eisen zijn opgesplitst in drie thema’s:

1.Systeemeisen technische bouwsystemen

De systeemeisen gelden voor systemen voor: ruimteverwarming, ruimtekoeling, ventilatie, warm tapwater, ingebouwde verlichting

De systeemeisen zijn van toepassing:

-  als er een nieuw technisch bouwsysteem wordt geïnstalleerd;

-  als bij bestaande systemen de opwekker of de ventilatie-eenheid (bijvoorbeeld de cv-ketel, centrale airconditioner, warmwatertoestel of ventilatie-unit) of een derde van de afgiftelichamen of inbouwarmaturen wordt geïnstalleerd, vervangen of verbeterd.

2.Technische keuringen van verwarmings- en aircosystemen

De EPBD-keuring voor zowel verwarmings- als airconditioningssystemen is verplicht vanaf een nominaal vermogen van 70 kW. Als één van beide systemen is gekoppeld aan een ventilatiesysteem, moet dit ventilatiesysteem ook gekeurd worden. Gebouwen die verwarmd of gekoeld worden met systemen met een nominaal vermogen van 290 kW of meer, moeten vanaf 2026 uitgerust zijn met een Gebouwbeheersings- en controlesysteem (GACS), dat de apparatuur controleert en aanstuurt. Zodra het gebouw over zo’n systeem beschikt, vervalt de keuringsplicht.

3.Laadinfrastructuur voor elektrisch vervoer

Per 10 maart 2020 moet bij utiliteitsgebouwen met meer dan 10 parkeervakken op hetzelfde terrein minimaal één oplaadpunt voor de hele parkeergelegenheid worden aangelegd. Ook moet er leidinginfrastructuur (loze leidingen) worden aangelegd voor een op de vijf parkeervakken. Dit geldt voor nieuwe utiliteitsgebouwen en voor bestaande utiliteitsgebouwen die ingrijpend worden gerenoveerd (als meer dan 25% van de oppervlakte van de gebouwschil wordt vernieuwd, veranderd of vergroot).

Bij bestaande utiliteitsgebouwen - waaronder panden van zorgorganisaties - met meer dan 20 parkeervakken op hetzelfde terrein moet vanaf 2025 minimaal één oplaadpunt zijn aangelegd. De verantwoordelijkheid ligt bij de eigenaar van het pand.

Meer weten over EPBD III? Kijk op de site van RVO bij systeemeisen technische bouwsystemen - EPBD III.

Meer weten over de laadpaalverplichting? Kijk op de site van RVO bij laadinfrastructuur voor elektrisch vervoer - EPBD III

Energielabel

Een kantoorgebouw moet minimaal energielabel C hebben. Dit betekent een energielabel met een primair fossiel energiegebruik van maximaal 225 kWh per m2 per jaar of een energielabel met de letter C of beter. Voldoet het gebouw niet aan de eisen? Dan mag u het niet meer als kantoor gebruiken. Deze verplichting geldt niet als:

  • de gebruiksoppervlakte van de kantoorfuncties (exclusief nevenfuncties) kleiner is dan 50% van de totale gebruiksoppervlakte van het gebouw;
  • de gebruiksoppervlakte van de kantoorfuncties en nevenfuncties  in het gebouw kleiner is dan 100 m2;
  • het gaat om monumenten als bedoeld in de Erfgoedwet of aangewezen monumenten in een provinciale of gemeentelijke verordening;
  • het gaat om een kantoorgebouw dat maximaal twee jaar wordt gebruikt;
  • het gaat om een kantoorgebouw dat wordt onteigend of aangekocht in het kader van de Onteigeningswet;
  • het kantoorgebouw geen energie gebruikt om het binnenklimaat te regelen;
  • de maatregelen die nodig zijn om energielabel C te realiseren, een terugverdientijd hebben van meer dan tien jaar.

Over het algemeen is de gebruiksoppervlakte van de kantoorfuncties bij zorginstellingen kleiner dan 50% van de totale gebruiksoppervlakte en geldt de verplichting van minimaal energielabel C niet. Controleer altijd goed of dit voor jouw zorginstelling ook geldt.

Aanscherping wetgeving op energie labels in 2025?

In 2021 is Europa gestart met de herziening van de huidige EPBD II waar de energielabel verplichting voor utiliteitsgebouwen onderdeel van is. Doel is de opvolger, de EPBD IV, in 2025 in te voeren in Nederlandse wetgeving. Welke invloed dit heeft op (nieuw) vastgoed van zorginstellingen is tot nadere instemming van het Europese Parlement nog onbekend. Intrakoop volgt de ontwikkelingen op de voet.

Meer weten? Kijk op Rijksoverheid.nl bij Energielabel woningen en gebouwen.

Vraag je huidige energielabel op bij de RVO.

Meer weten over een stappenplan naar energielabel C? Lees het artikel Hoe voldoe jij aan verplicht energielabel C.

Neem contact op

Wil je meer weten over energie en wetgeving? Neem dan contact op met

Lise Winters
Consultant Duurzaamheid
  • 06 13 27 21 23
Lise Winters